Nederland is weer twee consultants rijker. Dit keer niet de minsten. Superzakenvrouw en eigenaresse van modeketen Supertrash Olcay Gulsen en creatieveling en oprichter van Venour Noël Deelen (Popoz en RamBam) gebruiken hun kennis en expertise om samen met de winkeliers een plan te bedenken om hun zaak er bovenop te helpen. We hadden natuurlijk al Herman den Blijker en meneer Reimers die als redders in nood diverse horeca ondernemers van een faillissement moesten behoeden. En niet te vergeten John Williams met het programma “dubbeltje op zijn kant”.

Er zijn al diverse journalisten geweest die geschreven hebben over het grote aantal faillissementen nadat het duo Blijker en Reimers waren geweest. De redenen laten zich vaak wel raden. Een bedrijf wat al aan de rand van de afgrond staat wordt gevraagd om nog eens flink te investeren in inventaris, vloer, verf, marketing, logo etc. Tijdens de filmdagen is het druk, daarna neemt het bezoek geleidelijk af en wordt de financiering nog meer een molensteen om de nek van de ondernemer.

In eerste instantie was ik sceptisch bij dit nieuwe programma van BNN waar in de eerste aflevering werd geprobeerd een kinderkledingzaak te redden van een faillissement. Mijn scepsis werd sterker toen ik zag dat de Maserati voor de deur stond en Olcay in een doorkijkblouse in een kinderkledingwinkel stond. Ook hier moest de winkel weer flink verbouwd worden met zelfs een heuse glijbaan in de winkel, nieuwe vloer, nieuwe logo. U kent het wel. Maar halverwege zag ik iets wat ik Herman den Blijker nooit heb zien doen en wat mij positief verraste. Olcay Gulsen liet zien dat zij niet alleen verstand heeft van kleding maar ook van cijfers. En dus werd er ook gesproken over inkoop, voorraad, retourleveringen en oprekken van crediteuren. Chapeau! Uiteindelijk stond er aan het eind van de uitzending een mooie winkel met een overzichtelijk assortiment waarvan ik echt hoop dat ze het gaan redden.

Hoop is echter geen strategie. Wat Olcay in de uitzending pijnlijk duidelijk maakte was dat zij de passie miste bij de ondernemer om met je hele ziel en zaligheid te ondernemen. Op de vraag waarom ze een kinderkledingzaak waren begonnen was het antwoord dat marktonderzoek had aangetoond dat daar behoefte aan was in het dorp waar zij woonden. Need I say more?

Wat is er in Nederland toch aan de hand dat kleine ondernemers niet actief op zoek gaan naar hulp?
Vaak moet het water tot de lippen staan voordat de kleine MKB ondernemer om hulp vraagt. Al dan niet gedwongen door de bank of een schuldeiser. En geloof me, zelfs als het water tot de lippen staat wordt de benarde situatie door sommige MKB ondernemers glashard ontkend. Best wel jammer want ook die MKB ondernemer die weliswaar zijn hoofd boven water houdt heeft wellicht wel behoefte om eens te sparren over acquisitie, doorlooptijden, klantretentie, processen of wat dan ook maar. Prestaties kunnen altijd beter.

De markt voor organisatie advies aan kleine MKB ondernemers in Nederland is zeer gering. Het is een markt die bewust links is blijven liggen bij grotere advieskantoren maar ook vele ZZP’ers die met hun uurtarief hier geen potten kunnen breken. Het is bovendien een markt waar de accountant en de boekhouder nog steeds het primaire aanspreekpunt zijn t.a.v. de bedrijfsprestaties. Dat een accountant of boekhouder andere adviezen verstrekt dan een organisatie adviseur is volstrekt onbekend bij de MKB ondernemer. De toegenomen transparantie en het delen van kennis en nieuwe software ontwikkelingen hebben er echter voor gezorgd dat de rol van de accountant geleidelijk verandert. Waarom wordt de consultant niet ingeschakeld als er geen dreigende situatie is? Is het omdat de consultant onvoldoende rekenschap geeft ten aanzien van de resultaten? Het is een interessante vraag die ik ook hier aan de lezer wil stellen. Wat is er voor nodig dat dat de accountant en de boekhouder hun signalerende functie actief gaan oppakken en tijdig ook een hulpvraag durven uit te zetten bij consultants die tegen een passend tarief hun klankbordfunctie vervullen om zodoende de motor van onze economie beter te laten draaien?